We zijn een ‘extended family’ met gedeelde waarden ten aanzien van duurzaamheid, verduurzaming en zelfvoorzienendheid op de terreinen van energie, voedsel, zorg, inkomens en mobiliteit. Daarbij is ons uitgangspunt: samen delen, samen zorgen! Aan de basis van het samen-leven samen-delen liggen sterke familierelaties, gemeenschappelijke waarden, verantwoordelijkheidsgevoel, goede arbeidsethos en een gezonde dosis libertarisch gedachtengoed.
Op deze pagina met (meer theoretische) achtergrond informatie gaan we dieper in op de principes van ons wooncollectief, pijlers die de basis vormen van een harmonieuze wijze van leven met elkaar.
De 'extended family' is gebaseerd op:
In de volgende paragrafen worden deze pijlers breder uitgewerkt.
Het klassieke burgerschap en het kerngezin staan o.i. vandaag de dag zwaar onder druk, en daarmee de zelfvoorziening inclusief allerlei andere aspecten van goed burgerschap die de basis vormen van een de westerse beschaving: rechtsgevoel, weerbaarheid, ondernemerschap, gemeenschapszin, moreel besef en familiezin. De burger is een bijna-synoniem voor 'burgerlijk', in een corset van collectiviteitsdwang.
Het kerngezin is helaas in onze samenleving geërodeerd; beleidsmakers hebben het gedegradeerd tot 'elk leefverband van één of meer volwassenen die verantwoordelijkheid dragen voor de verzorging en opvoeding van één of meer kinderen'. Maatschappeljke ontwikkelingen die schuren met onze visie.
Onder het bestuur van de babyboom generatie is in de 20e eeuw de AOW ingevoerd en de wet op de bejaardenoorden, en daarmee verdween de derde generatie uit huis. Wie oud mocht worden, werd geacht zich terug te trekken uit de samenleving. Maar tijden veranderen. In de vorige eeuw maakten ouderen ca. 10% uit van de populatie. Nu leven we - voor het eerst in de geschiedenis - in een tijd waarbij er meer grootouders dan kleinkinderen zijn, en de nieuwe ouderen vele malen vitaler zijn door de verbeterde leefomstandigheden en zorg. Dat zorgt voor een nieuwe dynamiek en een intensivering van de meer-generationele verbanden. Familie is meer dan genetische verwantschap (hoe belangrijk ook). Gezin en familie maken wie je bent, vormen je identiteit, scheppen je volwassenheid en reizen altijd met je mee op je levensweg.
Familiesolidariteit wordt meestal in de zorg-sfeer getrokken. Maar we definiëren het breder: het samen zorg dragen voor elkaar, ook wanneer er geen acute zorg-vraag is. De solidariteit bestrijkt alle facetten van het leven.
Samen delen, samen zorgen, samen werken. De (familie)solidariteit is de essentiële opstap naar de andere pijlers.
De wederkeringheid (reciprociteit) is perfect samengevat in de (Luther)bijbel: Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet'. Een hele praktische leefregel en de bron van respect en solidariteit. Binnen de wederkerigheidsverhoudingen wordt er - zonder berekening - gegeven en genomen. De prestaties worden niet gewogen in tijd, geld of kwaliteit. Je helpt de ander wanneer het nodig is. (H)erkenning, vertrouwen en bestendigheid zijn de trefwoorden van deze wederkerigheid.
Tegelijkertijd is reciprociteit complex in de extended family. Ouders hebben een zorgplicht voor (opgroeiende) kinderen, maar die zorgplicht is niet wettelijk (wel moreel) wederkerig. Binnen een wooncollectief is er dus ook enige mate van mutualiteit (wederzijdsheid).
Een wooncollectief is een mengvorm van reciprociteit en mutualiteit. Strikt genomen zijn 'mutuele verhoudingen' primair zakelijke en contractuele verhoudingen. Samen wonen is zeker niet vrijblijvend: ook zonder harde contracten is er een morele verplichting in het leefbaar en betaalbaar houden van de gezamenlijke leefomgeving, en moet de ander een beroep op je kunnen doen. Geven en nemen in vrijheid, zonder emotionele chantage enerzijds, maar ook zonder parasitair gedrag anderzijds. Gelijke verhoudingen zijn onmisbaar en ingebed in gevoelens van persoonlijke affectie (liefde, vriendschap, eerbied).
Een gezonde rechtstaat en maatschappij is gebouwd op het beginsel van de 'souvereiniteit in eigen kring'. Dat begrip staat niet letterlijk in de grondwet, maar ligt wel als een fundament onder de grondrechten: vrijheid van godsdienst (artikel 6), vrijheid van meningsuiting (7), vrijheid van vereniging (8), vrijheid van vergadering en betoging (9), eerbiediging persoonlijke levenssfeer (10), vrijheid van onderwijs (23). Het zou garant moeten staan voor een pluralistische maatschappij waarmee de samenleving bij elkaar wordt gehouden.
Het subsidiariteitsbeginsel is verwant met de soevereiniteit in eigen kring. De autonomie en waardigheid van de individuele mens is leidend, en gezin/familie, organisaties en overheid stellen zich hieraan ten dienste. Door zich niet of zo min mogeljk te mengen, danwel voorwaarden te creëren waardoor het individu (de burger) zich goed kan ontplooien.
In de ontwikkelingen van de laatste decennia zien we de teloorgang van deze fundamentele vrijheiden. De EU dicteert Nederland, en de landelijke en regionale overheden hebben door duizenden wetten en bevoegdheden invloed en macht gekregen over vrijwel alle facetten van het leven. De vrijheid van meningsuiting is een klucht geworden; woorden moeten gewikt en gewogen in de misplaatste slachtoffercultuur die over de wereld waait. Het dwingende egalitaire denken wil verschillen tussen mensen (geslacht, afkomst, ras, cultuur) tenietdoen en framet elke opmerking in een kwaad daglicht. De eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer is een ver te zoeken.: de overheid heeft tientallen instrumenten om deze overrulen en maakt daar ook gebruik van.
Subsidiariteit wordt ook in het wooncollectief toegepast. De bevoegdheden en verantwoordeljkheden voor van de kerngezinnen krijgen voorrang op die van de extended family. 'Zoveel vrijheid als mogelijk, zoveel gebondenheid als noodzakelijk'. De extended family heeft een aanvullende taak op die van het kerngezin. Er wordt dus alleen 'ingegrepen' als er gevaarlijke situaties ontstaan (of wanneer het gezag in goed overleg is overgedragen). Zo creëren we een leefomgeving met veel persoonlijke vrijheid binnen een veilige omgeving, waar je graag wilt zijn.
Het subsidiariteitsbeginsel staat de generativiteit niet in de weg. Ouders blijven als eerste verantwoordeiljk voor de opvoeding, en grootouderzorg mag geen bemoeizorg worden.
Grootouders zijn de veteranen van de levensloop. En veteranen hou je in ere. Je eigen grootouders vormen de levende toegang tot de bronnen van je eigen historiciteit en particulariteit. Door hen te koesteren, te respecteren en met zorg te omringen, bevestig je je bestaan. Piëteit is daarbij het sleutelwoord.
Daarnaast kan er een moreel beroep worden gedaan op de generativiteit van grootouders, waarmee ze hun kleinkinderen van een morele basis voorzien. Generativiteit is hiervoor het sleutelwoord: de zorg voor het vormen en leiden van de volgende generatie.
Deze vormen van appel – piëteit en generativiteit – zijn geen abstracte principes. Ze komen tot bloei in een relatie die wordt gekenmerkt door persoonlijke genegenheid en affectie.
Hoe hoogdravend de eerder genoemde pijlers ook zijn: pragmatisme is ons niet vreemd. In algemene zin: wonen vervult een primaire behoefte van de mens. Het is de plek die veiligheid biedt tegen het weer/klimaat en bedreigingen van buiten Het is de plek waar je slaapt, eet, ontspant, leert, werkt en waar mensen driekwart van al hun tijd doorbrengen. Bepaalde woonwensen en mogelijkheden liggen buiten het bereik van het individu, maar kunnen binnen een collectief wel gerealiseerd worden. Er worden collectieven gesloten om dat belang te dienen. En daarmee wordt het uitermate functioneel.
Deze functionaliteit is ook bij ons terug te voeren op het collectieve. Op alle fronten kunnen we 'profiteren' van het schaalvoordeel van het samen-leven. Naast gezelligheid en zorg voor elkaar, hebben we met bijna 7 full-time inkomens totaal ruim 8x modaal inkomen. En in het buitengebied wonen is enorm tijdsintensief in beheer en onderhoud.
Ook qua skills zijn we complementair, en kan iedereen zich op zijn/haar manier dienstbaar maken. Binnen de 'extended family' zijn er met afgeronde opleidingen teelt, bos-/natuurbeheer, ICT, security, zorg, communicatie en duurzaamheid. En daarnaast is er veel kennis aanwezig over installatietechniek, bouw en voedselverwerking. Een woonconcept met een buitengewoon pragmatische functionaliteit.
Het streven naar zelfvoorzienendheid en een hoge mate van autarkie is een belangrijke driver. Vroeger een noodzaak, nu meer een luxe (maar kan zomaar weer een noodzaak worden). We maken een combinatie van de 'traditionele auturk' met beperkingen van vrije tijd en comfort (leven van het land en noeste handarbeid), en de high-tech autark (gebruik maken van slimme technologie).
Zelfvoorzienend leven is enerzijds een praktische invulling van het fundament van de 'hierarchy of needs' - de welbekende motivatietheorie van Maslov. Basaal zijn fysiologische en veiligheidsbehoeften, en behalve onderdak (een huis) maken ook warmte, energie en voeding daar deel vanuit.
Anderzijds als invulling van een veiligheidsbehoefte. Onze samenleving is zeer complex, maar ook zeer kwetsbaar. Energievoorziening, logistiek/bevoorrading, mobiliteit, monetair/financieel, voedselproductie zijn zodanig geoptimaliseerd dat uitval van een enkele vitale sector een cascade aan ongemak kan veroorzaken.
Decentralisatie en zelfvoorzienendheid kan bijdragen aan robuustheid van de samenleving. Lokaal eten draagt daarnaast bij aan een gezonde lokale economie en een lagere belasting van het milieu. Lokale energie-opwekking, opslag en distributie levert (mits breder toegepast) een compleet redundante voorziening op en levert een belangrijke contributie aan de stabiliteit van de elektriciteits- en warmtelevering.
In een wereld waarin de meest tegenstrijdige theorieën de ronde doen over de invloed van de mens op het klimaat, je vervuiling kunt afkopen met emissierechten (de CO2 zwendel) en groene stroom in veel gevallen afkomstig blijkt van verbrand afval of roofbouw op bebossing, gebruiken we gewoon ons gezonde verstand.
In een wooncollectief kun je meer delen, waardoor je simpelweg minder nodig hebt. Witgoed, gereedschappen, vervoersmiddelen, hardware kan efficiënter worden aangeschafd en gebruikt. Duurzame investeringen kunnen makkelijker worden gefinancierd en op een grotere schaal worden ingezet. Moestuinieren, boomgaarden en pluimvee voorzien in een substantieel deel van het benodigde voedsel, en 'ouderwetse' vaardigheden worden ingezet om het gebruik van chemisch bewerkte producten te minimaliseren.