De wilg is de trots van de Krimpenerwaard. Deze dankbare boom wordt al eeuwen verbouwd in de polder, en niet zonder reden. Ze markeren de lint- en tiendwegen, karaktiseren de percelen in de polder en zijn markant aanwezig. Historisch gezien zijn de wilgen strikt beheerd, mede in verband met de begaanbaarheid van de wegen en versteviging van de oevers. Doordat wilgen een goed vertakt wortelstelsel hebben, voorkomen ze dat slootkanten eroderen. Met samen de veelvoorkomende gewone en zwarte els was de wilg het ook een dankbare bron van hakhout.

Knotwilg, schietwilg, treurwilg

De wilg is er in soorten en maten - volgens de boekjes zijn er meer dan 300 soorten van de wilg (Salix), waarvan er 12 in Nederland voorkomen. In de Krimpenerwaard komen met name de knotwilg en schietwilg voor, en mag de treurwilg her en der ook meedoen. Op ons erf hebben we een paar treurwilgen - onder andere op deze foto - en bijna 100 schiet- en knotwilgen. 
Schietwilgen hebben hun naam te danken aan de snelheid waarmee ze uit de grond schieten. Zeker in de eerste jaren, waarin ze vooral de hoogte in gaan, is dat soms meer dan 2 meter per jaar. Ondertussen verdikken de takken en stam. Voor brandhout gebruiken we alle takken en stammen met een dikte van meer dan 6-7 cm.

Bijkomend voordeel van de wilg zijn de wilgenkatjes die al vroeg in het jaar een dankbare bron van voedsel zijn voor bijen. 

 

Wilg, de groei-kampioen

Met name aan de slootkanten groeit de wilg zo snel dat er tenminste elke 3 jaar geknot kan worden. Het hout is makkelijk oogstbaar. Laat je de wilg z'n gang gaan, zijn ze met ongeveer 10 jaar tenminste 10 meter hoog - zoals rechts op de naastgeplaatste foto. Met een stamdikte van 20-30 cm krijg je een goede indruk van de groeikracht van de wilg.

 

Wilg, de brandstof centrale

Bovenaan de tabel met stookwaardes prijkt de wilg, met het hoogst aantal winbare MegaJoules per jaar, en het hoogste gewicht aantal oogstbare droge stof per jaar. In combinatie met de kortere droogtijd heb je veel minder ruimte nodig voor opslag. Met wilg heb je maximaal je jaarverbruik nodig aan opslag capaciteit, terwijl bij eik dat al gauw 3x zoveel moet zijn.

De stookwaarde per kuub voor eik/beuk is ongeveer 11,4 GJ/m3, voor wilg 7-8 GJ/m3. Je hoeft dus maar maar 27% meer te verwerken in vergelijking met eik of beuk. Als het gedroogd is scheelt het per kg ongeveer evenveel: eik/beuk 750kg/m3 tegenover wilg 550 kg/m3. Effectief ontloopt de energiewaarde per kilogram elkaar nauwelijks. 

Download: tabel stookwaardes van inheems brandhout (pdf)

Wilgen als alternatieve energiebron

In het Nederlands Bosbouw tijdschrift is enkele jaren geleden een samenvatting geplaatst van het promotie onderzoek aan de Wageningse Universiteit van Jörg Gigler met als onderwerp 'wilgen als alternatieve energiebron'. Vanuit commercieel oogpunt is de wilg als energiegewas nog te duur, met name door de grondprijs in Nederland en de logistieke bewerkingen kostbaar zijn.

Heb je echter grond, en de vrije tijd om de 'logistieke bewerkingen' zelf te doen, is de wilg een ultieme brandstof die letterlijk de gasrekening overbodig maakt.

Attack houtvergasser

Uiteindelijk belandt het gezaagde en gekloofde wilgenhout na minimaal een jaar in de houtvergasser. Door een ruime verbrandingskamer kun je makkelijk lengtes van 70-75 cm kwijt. Gemiddeld draait de houtvergasser in de wintermaanden met een paar blokken op ca 10-20kW vermogen, waardoor je dagelijks moeiteloos 200-400kWh aan warmte opwekt - ruwweg vergelijkbaar met 20-40m3 aardgas. Je hebt het dan wel over 40-80 kg hout - een paar flinke kruiwagens vol.

Door de gecontroleerde verbranding en de aanwezigheid van een lambda sonde in het rookkanaal is de verbranding zeer schoon, en haalt een zeer hoog A+ rendement.

Kloven met de 16 tons houtklover
Kloven met de 16 tons houtklover

'Elke knotwilg is een natuurgebiedje'

Zo luidde een van de krantenkoppen uit een regionaal weekblad. De knotwilg heeft niet alleen oude papieren, maar is zelfs onderwerp van de politiek. De volgende artikelen dateren resp. uit 1975, 1982 en 1993. 

Rehabilitatie van de knotwilg

In 2019 is de Provincie Zuid-Holland een subsidieprogramma gestart om de 'kleine streekeigen beplantingselementen' in het landschap te behouden. De vouchers zijn speciaal gericht op het aanleggen en onderhouden van streekeigen landschapselementen. Door vrijwilligers en op (particuliere) erven in het landelijk gebied.

Een goed initiatief dat er hopelijk toe leidt dat heraanplant van knotwilgen en huisboomgaarden. 

Kijkje in ons dagelijks leven?