Oogsten en eten is nu eenmaal onze favoriete bezigheid. Dus met stip op nummer 1 aan bezigheden in november: oogsten! Wie zijn moestuin op orde heeft, heeft ook in de (late) herfst nog voldoende vers uit de moestuin te halen. Te denken valt aaan: rammenas, schorseneren, pastinaak, boerenkool, koolrabi, prei, wortels, rode en witte kool, bloemkool, spruitkool, andijvie, bieten, rapen, witlof en chinese bieslook. Maar ook veel groen zoals sla, snijbiet, winterpostelein, palmkool en spinazie groeit nog weelderig. Genoeg variatie dus om lekker herfstig te eten.
Een moestuinseizoen stopt nooit, het jaarrond zijn er werkzaamheden en is er te oogsten. Toch wordt wel gezegd dat zo tegen het eind van het jaar het moestuinseizoen op z'n eind loopt. In de realiteit komt het erop neer dat er nog genoeg te doen is, maar minder dan in de zomerse hoogtijmaanden. In deze periode van rust en vaak ook wel de regen en het guurder wordende weer, is het heerlijk om op een regenachtige zondagmiddag onder het genot van een warme kop chocolademelk de hand te leggen aan een nieuwe indeling voor het jaar erop. Wie de uitgangspunten van wisselteelt toepast, heeft er dus best wel een klusje aan om een nieuwe indeling te maken.
Ben je er in oktober nog niet toe gekomen aan het poten van knoflook en ui, dan heb je de eerste helft van november nog om dit pootgoed de grond in te doen. De moestuin is al aardig leeg, dus er is meer dan genoeg ruimte. Het voordeel van poten in het het late najaar, is dat in de winter zich een goed wortelstelsel kan ontwikkelen en in het vroege voorjaar lekker kan gaan groeien. Wij poten een gedeelte van de ui in het najaar en een gedeelte in het vroege voorjaar.
Wie houdt van groente en kruiden is over het algemeen ook verzot op bloemen. Voor ons horen bollen aan de randen van de kruidenbakken en rondom de moestuin, dus vandaar dat je deze activiteit ook vindt bij onze maand 'november in de moestuin'. Tot de eerste nachtvorst is het mogelijk om bloembollen te poten, dus dapper en gedreven stoppen we elk jaar meer bollen in de grond verdeeld over (moes)tuin en de rest van het erf.
Algemeen bekend is dat hoe eerder je bent met het zaaien van de tuinboon, hoe groter de kans is dat je de beruchte zwarte bonenluis voor bent. Minder bekend is dat je tuinbonen zelfs al voor de winter kunt zaaien en de ontkiemde plantjes in ons klimaat prima kunnen overwinteren. Wij kiezen over het algemeen voor de optie om tuinbonen vroeg in het voorjaar binnen voor te kweken, zodat ze ook sterk en gezond de grond in gaan. Maar dit is dus zeker ook een optie.
Wie ervoor kiest niet te spitten maar het bodemleven zijn werk te laten doen en de boel niet te verstoren, kan dat bodemleven wel een handje helpen. Mulchen is het bedekken van de bodem en kan met allerlei materiaal zoals compost, champost, bladafval, karton, maaisel of houtsnippers. Het voordeel van mulch is dat het bodemleven wordt gestimuleerd, aanwezig vocht in de bodem langer vastgehouden en voorkomt erosie door regenbuien en vervolgens het dichtslibben van de grond. Meer dan genoeg redenen te mulchen.
Is het valsspelen groenbemesters in een eigen categorie te zetten? Wij vinden van niet, alhoewel het een vorm is van mulchen. Door de bodem in te zaaien met bijvoorbeeld nog winterrogge of bladrammenas is het een vorm van bedekking. Voor een aantal andere groenbemesters zoals wintertarwe en mosterd is het al wat laat.