Wonen in het buitengebied staat niet altijd garant voor lage criminaliteitscijfers. Een gemeente als Haarlemmerliede (350 inwoners) zit 5x boven het landelijk gemiddelde qua inbraakrisico. Gelukkig geldt dat niet voor Berkenwoude dat qua criminaliteitscijfers bij de laagste 10% van Nederland zit. De afgelopen jaren bleef de 'schade' beperkt tot een aantal vernielingen en een diefstal uit een auto.
Landelijk gezien staat de veiligheid van het buitengebied steeds meer onder druk. Niet alleen door de welig tierende hennepkwekerijen en xtc-labs, maar ook door buitenlandse roofbendes en fervente dierenactivisten. Klaarblijkelijk wordt de veiligheid op het platteland met name bedreigd door externe boefjes en boeven.
In de oude doos vond ik een krantenartikel, afkomstig van het Rotterdamsch Nieuwsblad van 20 april 1898. In een lijvige volzin wordt de achtergrond van het delict geschetst:
„Als zouden zij in den avond van 31 October 1897 op het Westeinde te Berkenwoude te zamen en in vereeniging, na vooraf het plan te hebben beraamd om eenige inwoners van de gemeente Bergambacht, die zich op hun dorp bevonden en onder wie was zekere Jacob Gerrit De Jong, op te wachten, aan te vallen en te mishandelen, waartoe zij zich naar het Westeinde begaven, opzettelijk den bedoelden aanval hebben uitgevoerd en daaraan hebben deelgenomen, alsmede aan de daarop volgeende vechterij, waarin onderscheidene personen waren gewikkeld; tengevolge van welke handtastelijkheden genoemde J. G. De Jong een messteek dwars door het lichaam ontving, die de linkernier doorboorde en een rib afsneed, aan welke aldus bekomen verwonding hij kort daarna overleed."
Download: Originele krantenbericht
Het Westeinde blijkt een waar munitiedepot te zijn.
"Een partijtje knuppels van respectabele dikte, eenige bijl- en bezemstelen, een stoelpoot, een gekloofde boomstronk, een vijftal messen en twee roestige sabels; zooals die ook wel gebruikt worden tot het snoeien van heggen."
Soms staat de tijd echt stil.